Het was een extra opdracht in de cursus ‘Schrijf aan je herstelverhaal’ van Herstelacademie. Op dat moment, in mei 2018 heb ik contact met een interessante man. We beantwoorden beiden de vraag. Onze antwoorden zijn heel verschillend. Hij zou in het rond stampen, mocht zijn einde nabij zijn. Overal eens goed zijn mening gaan verkondigen. Dat is een herkenbare fase voor mij, maar die heb ik losgelaten. Daar verspil ik mijn energie niet meer aan. Ben ik dan nooit boos? Oh jawel hoor. Stoot me maar eens voor het hoofd wanneer ik me in mijn premenstruele fase bevind. (I dare ya)
Het kan een leuk idee zijn om de opdracht ook eens uit te voeren voor jezelf. Of samen met je partner.
Wat zou je doen als je niets meer te verliezen had?
Tja, wat als ik niets te verliezen had?
Zou ik dan wél durven dromen?
Een spectaculaire bucket list bezit ik alvast niet.
Zou ik dan pas geloven, dat ook mij wondermooie dingen konden overkomen?
Ik hoop, dat als mijn einde nabij is, dat ik gestopt ben met trachten te voldoen aan de verwachtingen van anderen.
Ik wil trots kunnen zijn op mijn afgelegde parcours.
Maar er zijn nu eenmaal zaken (en mensen…) die nooit zullen veranderen.
Als mijn dagen geteld zijn, ga ik ze niet doorbrengen met ‘hard werken’ (maatschappijgewijs gesproken weliswaar)
Hoe nutteloos zou het zijn om nog iets tegen mijn zin te doen, voor een pensioen waar ik niks meer aan heb?
Ik wil nog praten, dansen, lachen, huilen, liefhebben en worden bemind.
Als ik toch moet gaan, dan wil ik enkel nog mijn zinnetje doen.
Is dat zo raar?
Tot op het einde, waarschijnlijk tot mijn laatste snik, zal ik blijven schrijven.
Ik maak vast en zeker briefjes voor mijn geliefde naasten.
Gelukkig vertelde ik hen veel eerder al hoe graag ik hen zie, op allerlei manieren.
Zij weten dat en ik weet dat het wederzijds is.
Voor hen alleen al, zou ik hier toch graag nog wat langer blijven hangen.
Met het einde in zicht, hoop ik dat ik samenleef met mijn angsten, naast elkaar, deel van mijn bestaan.
Ik laat de angst mij niet meer verstikken, of mijn leven bepalen.
Ga ik nog langer tijd verspillen aan het bedenken van wel duizend redenen om iets niet te doen, iets uit de weg te gaan?
Ik kan mijn hele leven blijven vluchten, maar aan dat einde, daar ontkomt niemand aan.
Tegen de tijd dat het zover is, hoop ik ten stelligste dat ik geen panische angst meer heb voor spinnen.
Of dat er zich op zijn minst iemand in mijn nabijheid bevindt, die zich prompt tot mijn held mag kronen.
Ik stel mezelf de vraag of je echt pas niks te verliezen hebt, als het bijna voorbij is?
Wat is er mis met hier en nu, om aan mijn eigen leven te beginnen?