Hey you,
Je woorden missen hun doel niet. Uiteenlopende emoties laaien op. Toch dien ik je meteen van antwoord.
Ik bedank je voor je eerlijkheid. Voor je duidelijkheid. Daar ben ik iets mee. Ik sluit af met je alle geluk toe te wensen, want ik vind je echt een fijn iemand. Van zodra ik op ‘verzenden’ klik ga ik er daadwerkelijk van uit dat ik jou nooit meer zal horen.
Case closed.
Vrijwel onmiddellijk rinkelt mijn telefoon. Ik heb niet eens de tijd om pen en papier te nemen om je helemaal van mij af te schrijven. Enkele luttele seconden overweeg ik om niet op te nemen, maar ben te nieuwsgierig naar wat je me wil zeggen.
Ontzettend lief van je om te checken of ik in orde ben.
Ik ben geraakt door je afwijzing. Dat geef ik toe. Echt verrast dan weer niet.
Dan besluit jij om het heel verwarrend te maken.
(Eén enkele zin uit jouw mond en ik verlies mezelf? Zo vreemd.)
Waarom verkondig je dat ik evenzeer een onmogelijke Liefde was voor jou, om ‘praktische’ redenen dan, zoals afstand.
Je focust je op de verschillen.
Je biecht op dat je vermijdt me nog lijfelijk te ontmoeten omdat je de drang om me aan te raken niet meer wil onderdrukken.
‘Je bent iemand waar je heel gemakkelijk van kan houden’, zeg je. (Bedankt?)
We belanden waar de duidelijkheid vervaagt en de verwarring vergroot. Je vindt het zelf ongepast, zeg je. Er is in dit gesprek geen enkele aanleiding toe, zeg je. Je bekent dat je lichaam reageert op het mijne. Begeerte neemt het van je over, zeg je.
(Wauw! En dat met die ‘grote’ afstand tussen ons in.)
Je wijst me af. Trekt me aan. Wijst me af. Trekt me aan…
Wijst me weer af?
(Tevergeefs wachtte ik op het verhaal van die nieuwe Liefde en waarom zij perfect in jouw leven past.)